Uit de oude doos: vrouwen bij Argo door de jaren heen

By 8 juni 2023Evenementen

Vrouwen bij Argo, nu natuurlijk niet weg te denken. Meer dan de helft van de Argonauten is vrouw, ze zijn net zo actief als de mannen, en roeien net zo hard. Wellicht verrassend is dan hoe anders dit vroeger was. Bij de oprichting van de W.S.R. waren helemaal geen vrouwen betrokken. Echter duurde het niet lang voor de eerste vrouwen bij Argo te vinden waren, hoewel in een heel andere rol dan we nu gewend zijn. 

In 1901 werd mejuffrouw E. Berkhout de eerste vrouwelijke studente aan de Rijkslandbouwhogeschool. In september 1917 verzochten tien studentes lid te mogen worden van het Wageningsch Studenten Corps. Uit het archief: “De senaat besloot op 16 november 1917 eensgezind een dames lidmaatschap in te stellen, waarbij de dames geen lid van de senaat konden worden, geen zitting in de redactie van Almanak of Maandblad mochten nemen en slechts met speciale toestemming toegang tot de kroeg zouden krijgen. De meisjes bedanken voor de eer en richtten, bijeengekomen ten huize van Mej. Veth op 8 december 1917 de ‘Wageningsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging’ op.”

Na een paar jaar verbeterde de relatie tussen het W.S.C. [de mannelijke voorloper van W.S.V. Ceres] en de W.V.S.V., en konden de dames ook gebruikmaken van de faciliteiten van Argo, als ondervereniging van het W.S.C. Lid worden van de ondervereniging was in eerste instantie echter niet mogelijk.

De faciliteiten van Argo werden gebruikt door de dames van de W.V.S.V., maar niet voor roeien zoals we dat nu kennen. In de eerste helft van de vorige eeuw was er een aparte roeisport voor vrouwen: het stijlroeien. Stijlroeien betekende gracieus, soepel en harmonisch bewegen, waarbij niet snelheid de winnaar bepaalde maar een (bijna altijd mannelijke) jury die de perfectie van de roeibeweging en het uiterlijk van de ploeg beoordeelde. Stijlroeien werd in Nederland geïntroduceerd in 1914 en was nog een officieel nummer bij Nederlandse en internationale wedstrijden tot 1970. Om een beeld te schetsen van de sfeer rondom het stijlroeien, een fragment uit “Roeiende vrouwen: de weg van de sierlijkheid” over de Hollandia roeiwedstrijden van 1914:

“Tevoren was er in de dameskleedkamer enige commotie ontstaan, toen de roeisters van Viking en De Amstel merkten dat de Nereïden hun korsetten daar hadden achtergelaten. Hoewel ze dat als oneerlijke concurrentie zagen, werd het afleggen van de korsetten als te onwelvoeglijk gezien. Zij besloten toch liever respectabel het water op te gaan. De onwetende jury en het publiek waren een andere mening toegedaan: de Nereus ploeg werd als de meest stijlvolle aangemerkt. De meeste aanwezigen waren het erover eens dat het stijlroeien in de gestuurde vieren de moeite van het aanzien waard was geweest. Maar over de skiff wedstrijd, die een combinatie van stijl en snelheid bevatte, waren de meningen verdeeld. De winnares, Lize van Olst van De Amstel, had zich helemaal leeg geroeid. Dat vond men niet stijlvol: ‘ze zag er na afloop bekaf en verkreukeld uit’, ” schreef een Hollandia-bestuurder.’

Het stijlroeien was al in 1914 omstreden en met elk jaar dat voorbij ging was er meer weerstand tegen dit nummer. In 1930 werd in eerste instantie een compromis gesloten bij de Hollandia roeiwedstrijden: er zou niet alleen gekeken worden naar stijl, maar ook naar het “doorlopen” van de boot en de tijd van de race. Wel werd van de dames verwacht dat ze rokken droegen in de boot, die in de praktijk nog weleens tussen de slidings terechtkwamen. In datzelfde jaar sprak het bestuur van de N.R.B. (toen nog niet koninklijk) zich unaniem uit tegen het ‘race roeien door meisjes’. Met dit compromis konden de dames van Argo goed vooruit op dat moment: in 1932 laat de Argo snelstijlvier op het Nereus lustrum maar weer eens zien dat we in Wageningen wel beter weten dan die Amsterdammers. Stijlroeien was dus voor veel vrouwen de enige optie, zoals ook voor Margot Frank, zus van Anne Frank, die tot 1941 vol enthousiasme meedeed aan de sport. Ook de tweeling Eltien en Neeltje Krijthe, verzetshelden die lid waren van Argo, deden tussen 1930 en 1936 aan het stijlroeien mee.

Dit compromis bleef echter niet staan, dankzij twee belangrijke ontwikkelingen. Bij veel verenigingen die na 1900 waren opgericht konden vrouwen wel volwaardig lid worden en in grote aantallen lieten zij hun invloed gelden, waardoor er intern al verschuivingen gaande waren. Bij Argo bleef de regeling bestaan dat vrouwen van de W.V.S.V. bij Argo konden roeien, maar de vrouwen konden geen volwaardig lid worden met stemrecht bij algemene ledenvergaderingen. Een tweede belangrijke ontwikkeling in Nederland was dat Frida le Cosquino de Bussy, lid van dames roeivereniging De Vliet, in 1939 het eerste vrouwelijke lid van het N.R.B.-bestuur werd. Haar invloed op de roeisport is niet te overschatten. In 1954 kwam het grote succes uiteindelijk: het eerste internationaal erkende EK roeien voor vrouwen in Nederland werd georganiseerd. Dit evenement was een schok voor de Nederlandse roeiwereld: de Russische ploeg won met een gigantisch verschil van de ouderwetse Nederlandse ploeg die veel meer op stijl gefocust was dan op snelheid. De kogel was door de kerk: vanaf dat moment was het doel om hard te roeien.

Na het EK van 1954 volgden de ontwikkelingen in de emancipatie in het roeien relatief snel. Ook bij Argo was de omschakeling van stijlroeien naar wedstrijdroeien in gang gezet. In de jaren ‘60 nam de damesacht van Argo deel aan de Europese kampioenschappen. In 1964 werd een verdienstelijke vierde plaats in Amsterdam behaald en een jaar later behaalden de Argo dames in Duisburg zilver. In 1969 werd ook eindelijk besloten dat vrouwen volwaardig lid kunnen worden van Argo. De vrouwen bleven de boventoon voeren in de late jaren ‘60 en begin jaren ‘70. Wanneer het vrouwenroeien in 1976 haar intrede doet op de Olympische Spelen van Montreal, maakt Argonaute Marleen van Rij deel uit van de Nederlandse damesacht. Negen jaar later wordt de rol van vrouwen op de Olympische Spelen vergroot doordat ook de 2 kilometer geroeid mag worden. Hiervoor dacht men dat die afstand voor hen te zwaar zou zijn. In 1982/1983 heeft Argo ook voor het eerst een vrouwelijke voorzitter: Anja Wilms, een stap die dit jaar met mejuffrouw Van Delden pas voor de achtste keer gezet is.

Kortom, sinds de oprichting van Argo zijn er een heleboel ontwikkelingen geweest voor vrouwen in het roeien. Van gebruik maken van de faciliteiten terwijl lidmaatschap niet mogelijk was, tot het stijlroeien als apart wedstrijdveld, tot het moderne wedstrijdroeien dat we nu kennen. Al sinds ongeveer 1985 is de man/vrouwverhouding bij Argo 50% of hoger, en sinds de jaren negentig wordt die trend ook doorgezet naar de meeste besturen. We mogen bij Argo trots zijn op alle vrouwelijke leden.

 

Eerste foto: De stijlploeg van Eltien en Neeltje Krijthe (mei 1929). 

Tweede foto: Frida le Cosquino de Bussy (1910-2011), Bron: Blad Roeien, 31 december 1941

Derde foto: Linde Verbeek op het WK in Luzern.