De laatste paar uurtjes van het najaarsseizoen van 2019 waren aangebroken en de blikkenstand van de WSR stond nog steeds op nul. Zouden wij nog een verlaat sinterklaascadeautje krijgen, werd er in de sporthal in Amsterdam afgevraagd. De tribunes werden voller en voller. De EJ-velden zijn namelijk iets om naar uit te kijken. Na maanden trainen en selecties is het eerste meetmoment dan eindelijk aangebroken. Hoe liggen de roeiers in hun veld? Echter ergometers drijven niet, dus over de relevantie van de NKIR-resultaten voor de voorspelling van het komende seizoen valt te discussiëren.
Het antwoord of er nog een blik zou worden behaald, moest komen van de EJ-ploegen. Als enigen moesten zij nog de Bühne betreden om de virtuele 2 kilometer als eerste af te leggen. De heren vieren en lichte vieren beten het spits af.
In de wandelgangen wordt vaak over de vieren velden vermeld dat het maar een B-veld is, dat de roeiers in dat veld maar niet mee konden komen met de rest. Maar is dat terecht? Argo selecteerde afgelopen seizoen een complete acht en vier in bij de zware mannen, iets wat niet elke vereniging op kon brengen. Bij de lichte heren was al door de grote van de nieuwe aanwas vrij snel duidelijk dat het een vier zou worden voor het voorjaar van 2020. Maar er waren meerde verenigingen voor wie hetzelfde gold.
In wat voor positie de heren zich ook bevonden, de twee ploegen zaten monter op hun bankje, beten hun tanden op elkaar en zetten alles op alles toen het startsignaal hun lichaam motiveerde in beweging te komen. De eerste paar honderd meter waren even wennen, maar toen besloten de lichte heren maar op kop te varen. Niet veel later volgden de zware heren, maar die hadden nog een Okeanosboot in hun spreekwoordelijke vaarwater. Plots kwamen er bij beide velden ook de virtuele NKIR-recordbootjes in beeld en dan weet je wel wat ze hard gaan. De duizend meter en vijftienhonderd meter werden gepasseerd. De lichte heren moesten hun positie goed behouden, ze lagen op kop, maar Tilburg en Enschede wilden nog wel in hun nek hijgen en elk opzetje daarvan moest gepareerd worden. De zware heren zetten tien tandjes bij en beukten er een eindsprint uit waardoor de Amsterdamse club voor de finish nog even werd uitgezwaaid.
En zo kwam het dat een van de laatste heats van het jaar niet een maar twee blikken opleverden voor de WSR. Camu, Thijs, Mats en Jesse in het heren vier veld en Félix, Casper, Douwe en Max in het lichte heren vier veld. Laatstgenoemde versloegen het NKIR-record met maar liefst tien seconden!
En wat valt er nog te zeggen over de velden? In het lichte heren vier veld waren er meerdere verenigingen die net als Argo louter een lichte vier leverden en geen acht. Selectie genoeg dus. Met de tijd die zij trapten zouden ze bij de lichte achten derde zijn geworden van de twaalf. De zware heren zouden in het midden eindigen in het zware acht veld, waar enkele verenigingen alleen een acht voor brachten en in een veld waarbij sommige verenigingen grotere selecties hebben dan Wageningen.
Kortom, dat NLRoei in hun NKIR-nabeschouwing meldde dat een niet nader genoemde fietsenmakersclub een “clean sweep” (die helemaal niet zo clean was maar daarover later meer) had weten te bewerkstelligen in de EJ-velden kan als ongefundeerd nepnieuws bestempeld worden. Argo bereikte een clean sweep in de beide heren vier velden met prachtige tijden en als NLRoei dat dan niet vermeld dan doet de Mediacie het hierbij. Waarvan akte.