Het huidige bestuur werkte bijna het hele collegejaar onder strenge coronamaatregelen: iets waar ze voor hun bestuursjaar niet voor tekenden. Sterker nog, bij het vormen van het nieuwe bestuur had het coronavirus Nederland nog maar nét bereikt. Nu langzaamaan alles beetje bij beetje naar het oude normaal begint te golven, kunnen we weer positief naar de toekomst kijken. Maar hoe is het afgelopen jaar bij wedstrijdcommissaris Igor de Koning bevallen?
Allereerst: Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit?
Ik begin altijd eerst met een aantal lopende zaken. Dat zijn vaak appjes en mailtjes die ik de vorige avond en in de ochtend heb ontvangen. Vaak stuur ik dan meteen ook wat vragen naar roeiers en coaches uit. In de loop van de dag krijg ik dan antwoord, we hebben immers met studenten te maken die gewoon colleges volgen. In de loop van de middag steek ik aandacht aan wat grotere plannen. Rond deze tijd komen ook steeds meer leden op de W.S.R. om een bootje te pakken en even te roeien. Ik probeer dan altijd een babbeltje met een aantal roeiers en coaches te maken. Vaak krijg ik dan een goede indruk van wat er speelt, waardoor ik weet waar ik eventueel kan bijspringen”.
Je benoemde het net al even: de aandacht in grotere projecten. Wat heb jij dit jaar zoal opgepakt?
“In de winter heb ik mij vooral bezig gehouden met het zoeken naar een andere roeilocatie dan de Rijn, gezien het hoge water. Normaal gesproken kan Argo bij Amycus in Almelo watervrije halen maken, maar door corona werden de uitstapjes naar onze oosterburen geannuleerd. De Linge, een kunstmatige rivier tussen Zetten en Elst, werd de nieuwe uitvalsbasis voor de winter”.
De tactische aankoop van zeven nieuwe skiffs vorig jaar hielpen daarin ook wel mee!
“Ja, daardoor kon er lekker worden doorgetraind. We kregen daardoor wel nog meer de vraag “kan je mij helpen met het tillen van mijn skiff?”, maar de blije gezichten na de trainingen maakte dat allemaal goed. Bij andere verenigingen moesten er bijvoorbeeld bijzondere combinaties met vier mensen in een 8+ werden gemaakt, maar door de skiffs konden wedstrijdroeiers op Argo efficiëntere trainingen draaien”.
Je hebt dit jaar ook een voedingsplatform op gezet.
“Ja, daar ben ik heel trots op. Ieder jaar is er wel een praatje met een expert die iets over voeding in combinatie met sport verteld, maar dit blijft na één presentatie meestal niet hangen. Om deze reden wilde ik, naast zo’n presentatie, informatie op de Argo website aanbieden. Er waren veel positieve geluiden door een voedingspresentatie van sportdiëtiste Marleen Boerboom op 27 maart en de lancering van het voedingsplatform, vergelijkbaar met het al bestaande coachplatform. Hier kan ik dus met een trots gevoel op terugkijken”.
Afgelopen weekend konden voor het eerst alle wedstrijdroeiers zich weer meten met andere verenigingen. Hoe is het om na al die maanden de roeiers te zien schitteren op een wedstrijd?
“Het was zowel inspirerend als motiverend om te zien hoe goed onze roeiers doorgetraind hebben gedurende de pandemie. Zelfs toen het trainen op Argo nagenoeg onmogelijk was, hebben de roeiers een weg weten te vinden om sterker, sneller en beter te worden. Het vult mijn hart met een overweldigend warm gevoel wanneer ik zie dat Argonauten keer op keer goede prestaties neerzetten nu er weer landelijke wedstrijden mogelijk zijn. De eerste blikken zijn inmiddels getrokken en ongetwijfeld zullen er nog meer volgen in de komende wedstrijdweekenden”.
In iedere editie vragen we aan ‘de Argonaut’ wat Argo voor hem of haar zou mooi maakt. Wat betekent Argo voor jou?
“Ik heb in mijn vijf jaar tijd op Argo veel meegemaakt in en om het gebouw aan de Grebbedijk, dat over de jaren heen steeds meer een tweede thuis voor mij is geworden. Ik heb vrienden voor het leven gemaakt en herinneringen opgedaan die me nog lange tijd zullen bijblijven. De W.S.R. is een prachtige plek die mij op vele manieren gevormd heeft. De dynamische structuur van een studentenroeivereniging als de onze, biedt ook de mogelijkheid om zelf een steentje bij de dragen aan het geheel. Samen maken wij namelijk de vereniging tot de prachtige werkelijkheid die ze is. Ik ben dan ook erg trots dat ik een jaar lang als bestuurslid bij heb mogen dragen aan de eeuwigdurende vooruitgang van Argo. In een vreemd, en een door corona beïnvloed, jaar heb ik mogen aanschouwen hoe hecht het gevoel van saamhorigheid is binnen onze vereniging. In de moeilijke tijd leefde Argo door, zowel op het water als de kant”.