Niet voor het tweede jaar dezelfde commissie doen, maar voor het tweede jaar in een eerstejaars wedstrijdploeg zitten, dat is wat De Argonaut van maart, Aniek Henken dit jaar doet. Toen ze in 2018 in Wageningen kwam tijdens de AID, was ze eerst niet van plan om lid te worden van een studentenvereniging; “Maar tijdens de AID bleken die verenigingen toch wel leuk. Ik wilde ook wel graag sporten, dus dat maakte Argo wel interessant.” Zo vertelt Aniek; “Toen we op Argo gingen kijken, gingen we ook gelijk roeien, en toen we een opzetje deden dacht ik gelijk ‘wow, dit is wel echt cool’. Ook vond ik het wel leuk en interessant dat roeien zo’n grote sport is in de studentenwereld. Dus toen ben ik lid geworden!”
Lees verder om het hele interview met Aniek te lezen!
Toen ze dus uiteindelijk lid was geworden, twijfelde ze of ze wilde gaan wedstrijdroeien. “Maar dat was een beetje veel in één keer, beginnen aan je studie en dan ook gelijk wedstrijdroeien,” Aldus Aniek. “Dus toen ben ik gaan clubroeien. Dat was nog steeds wel fanatiek natuurlijk, maar een mooi bruggetje naar het wedstrijdroeien het jaar daarna.”
In haar tweede jaar is Aniek gaan wedstrijdroeien bij de eerstejaars lichte dames. Na een normale voorbereiding op het seizoen gooide corona roet in het eten. “Het is een beetje een seizoen wat nooit geweest is.” Dat is ook een van de redenen dat Aniek het leuk vindt om dit jaar weer in de ploeg met eerstejaars lichte dames te zitten. “Het is allemaal anders dan vorig jaar natuurlijk. Andere ploeg, andere coaches, dat maakt wel een verschil. En vorig jaar hadden we aan het begin van het jaar natuurlijk nog geen corona, nu hebben we daar wel het hele jaar mee te maken. Vorig jaar heb ik bijna geen wedstrijden geroeid, misschien kan dat dit jaar wel. Dan kan ik wat vorig jaar gemist werd, dit jaar een beetje inhalen.”
En wat doet Aniek dan zo’n beetje op een dag als Argonaut? “Ik word natuurlijk wakker in mijn Argohuisje haha. En dan train ik één of twee keer per dag. Doordeweeks trainen we meestal één keer per dag, op zaterdag vaak twee keer. Doordeweeks is het vooral lekker om weer naar buiten te gaan. Dan heb ik de hele dag achter mijn laptop gezeten en ben ik een beetje gaar van het studeren. Dan is het heel fijn om de Rijn op te gaan voor zo’n anderhalf uur.” Vóór corona repeteerde Aniek ook nog wekelijks met de Argoband, “Dan gingen we op maandagavond lekker een paar uur muziek maken.”
“Het mooiste aan Argo is eigenlijk nog steeds hetzelfde als wat me in eerste instantie aantrok: de goede sfeer en de leuke mensen. Als je ergens hulp bij nodig hebt, kan je bij heel veel mensen aankloppen die je ermee kunnen helpen.” Dat brengt ons gelijk bij een een eigenschap van Argo die mensen volgens Aniek niet zo goed kennen. “Op Argo zijn juist de mensen die het stoerst doen en het meest intimiderend zijn, ook juist de mensen bij wie je altijd terecht kunt. De grote enge zware ballen zeg maar.”
“Elke vereniging schept natuurlijk een band, maar op Argo hebben we toch nog wat extra’s. Dat roeien maakt het extra speciaal en zorgt voor net dat beetje extra verbinding.” Dat is ook een reden dat Argo zo’n grote rol heeft ingenomen in het leven van Aniek, “Ja, Argo heeft een grote plek binnen mijn leven in Wageningen. Ik woon in een Argohuis, en ben bijna elke dag op Argo om te sporten. Argo heeft me ook veel nieuwe vriendschappen opgeleverd en het levert ook mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen. Argo is voor mij een plekje om altijd naartoe te kunnen.”
“Argo onderscheidt zich in mijn ogen, door de manier waarop ik er helemaal in ben gedoken. Ik heb een soort familie opgebouwd hier op Argo. Iedereen wordt hier geaccepteerd, dus je kan altijd je eigen plekje vinden. Er is ruimte voor heel veel verschillende types mensen, dat maakt het zo mooi.” Een moment op Argo dat dat illustreert was tijdens het weekend van de ANS 2019. “Wij waren met de wedstrijdselectie op trainingsweekend, waar we in één weekend vier keer trainden. Tussendoor gingen we terug naar Wageningen, waar op zaterdagavond het ANS feest plaatsvond. Daar traden we met de Argoband op en hebben een mooi feestje gebouwd. Dat deze dingen zo naast elkaar plaats konden vinden vind ik heel bijzonder.”