- Duidelijkheid coachstructuur: De recent ingevoerde coachstructuur moet worden verbeterd. De op papier uitgewerkte verantwoordelijkheden, zijn in de praktijk onduidelijk. Gebrek aan vertrouwen tussen ploegen en coachkaders zorgt voor een ‘eilandjescultuur’.
⇒Oplossing 1: Duidelijke functieprofielen voor alle lagen van de coachstructuur in het competitie- en wedstrijdroeien. Op die manier wordt het duidelijk voor prof-, hoofd- en sectiecoaches wat zijn/haar verantwoordelijkheden en taken zijn. Deze moeten voor alle leden zichtbaar zijn.
⇒Oplossing 2: Er komt een (professionele) verantwoordelijke voor de handhaving van afspraken in de coachvergadering. Coachen op Argo is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Een beginnend bestuur als handhaver is niet voldoende gebleken.
- Profcoach: Het is onduidelijk wat de rol van de profcoach is, mede door het ontbreken van een functieprofiel. Hierdoor is het mandaat en de verantwoordelijkheid van de profcoach niet duidelijk.
Oplossing 1: Er moet een heldere functieomschrijving voor de profcoach komen, mét duidelijke evaluatiemomenten. Hierin wordt het mandaat van de profcoach vastgelegd.
⇒Oplossing 2: Het huidige aantal profcoachuren, 16, is veel te weinig. Er moet een tweede (fulltime) profcoach worden aangesteld, zodat de wedstrijdploegen, (top)competitieploegen en coaches beter begeleidt kunnen worden. De profcoaches zijn de handhaver in de coachvergadering, bepalen het roeibeleid en leiden coaches op. Voor het uitvoeren van de huidige taken en de nieuwe taken zijn fors meer uren nodig.
- Opleiding coaches: Coaches worden onvoldoende opgeleid. Goede coaching is essentieel voor een betere roeitoekomst. De profcoach heeft te weinig uren om de overige Argo-coaches voldoende op te leiden.
⇒Oplossing 1: Reflectie/opleidings/evaluatiemomenten voor coaches. Op deze manier blijven coaches zich verbeteren.
⇒Oplossing 2: Meer profcoachuren, zodat beginnende coaches beter kunnen worden opgeleid en meer feedback krijgen.
Oplossing 3: Duidelijkheid over waar (beginnende) coaches zich op moeten focussen bij het coachen van een ploeg (bv dmv Online Coach Platform). Dit moet centraal bepaald worden.
- Duidelijkheid over opties en doelen: Aan het begin van het seizoen moet duidelijk zijn wat het doel is van een ploeg. Er stoppen veel wedstrijd- en competitieroeiers tijdens of na de zomervakantie door gebrek aan duidelijkheid over het nieuwe seizoen. Er is onvoldoende structuur aan het begin van het seizoen (wisseling bestuur, start collegejaar, nieuwe groep coaches), waardoor veel roeiers stoppen. Het is nu onduidelijk wie deze verantwoordelijkheid op zich neemt.
Oplossing 1: Overzicht maken van opties en doelen voor roeiers en deze zichtbaar maken (rekening houdend met aantal roeiers, blikken, taarten, talent, enz.).
Oplossing 2: Voor de terugkomdag in augustus is het coachkader en zijn de mogelijke doelen duidelijk. Zo kunnen roeiers al voor het begin van het academisch jaar gericht gaan trainen.
⇒Oplossing 3: Evaluatiemoment voor wedstrijd- én competitieroeiers voor en na de zomervakantie. Tijdens deze meeting wordt besproken wat de opties zijn voor verschillende roeiers, wie de coachkaders gaat leiden, wat er verwacht wordt qua training tijdens de zomervakantie/najaarsperiode.
- Ontbreken topsportcultuur/wedstrijdcultuur: Er mist op Argo een topsportcultuur. We bagatelliseren prestaties van onze roeiers en zijn niet trots op onze vereniging. De focus ligt dan ook te weinig op hard roeien.
Oplossing 1: Zorg voor meer interne competitie. Maak resultaten van ergometertesten openbaar. Geef competitieploegen een nummer (heren 1, 2, 3 etc) op rangorde ipv een ludieke naam.
Oplossing 2: Het vieren van succes d.m.v. betere communicatie naar leden over prestaties. Prestaties noemen op verenigingsavonden, het maken van een Hall of Fame van Argonauten en het ophangen van een wedstrijd/competitie prestatiebord vallen hieronder.
- Meten tijdens trainingen: Er worden op dit moment te weinig gegevens bijgehouden van de wedstrijdploegen. Hierdoor is de fysieke gesteldheid van roeiers moeilijk te monitoren.
Oplossing 1: Gezamenlijke trials. Door vaste, centrale meetmomenten in te plannen voor wedstrijd- en competitieploegen is er meer onderlinge concurrentie en kan er worden bepaald of een boot goed genoeg is om het seizoen in te gaan.
⇒Oplossing 2: Op elkaar afgestemde trainingsschema’s van de wedstrijdgroep. Er moet een verenigingsbreed beeld komen van hoe er getraind moet worden. Elke roeier weet waar en wanneer er gemeten wordt.
- Instroom eerstejaars: Vergeleken met succesvolle studentenverenigingen (Nereus, Laga, Gyas) ontvangt Argo in absolute aantallen minder aanmeldingen. Van ongeveer 300 aanmeldingen neemt Argo een vast aantal van 250 eerstejaars aan, waarvan er ongeveer 220 lid worden. Het lukt ons onvoldoende om mensen met roeipotentie te binden aan Argo (topsportachtergrond, jeugdroeiervaring)
Oplossing 1: Ieder afroeiploegje moet een wedstrijd- en competitiecoach hebben. Zo komen alle eerstejaars in aanraking met wedstrijdroeien.
Oplossing 2: Trots uitstralen tijdens de AID, wedstrijdroeiers laten zien/roeien tijdens de AID. Pro-actievere AAPjes die sporters eruit pikken.
Oplossing 3: De top van het jeugdroeien aanschrijven voor het begin van het seizoen met uitleg over de mogelijkheden voor toproeien op Argo.