Ten slotte in het drieluik van de verhalen over de blikken van 2019-2020, het verhaal van het enige en echte blik dat Argo in 2020 getrokken heeft.
Na maanden ernaartoe gewerkt hebben op de steeds harder stromende Rijn en tijdens de trainingsweekenden op de Amstel, vond in februari de eerste wedstrijd van het seizoen plaats. Op de Schie te Delft werd er vijf kilometer gestreden door vele ploegen. Hard waaien deed het die zaterdag al, want storm Dennis zou ieder moment losbarsten. Dat de afgelasting van de tweede wedstrijddag op zondag meteen de halvering van het gehele seizoen betekende kon niemand nog bedenken.
Maar goed op de zaterdag werd er wél geroeid. En hoe. Alle eerstejaarsploegen en enkele middengroepers zetten allemaal fantastische races neer en vele boten behaalden de eerste punten voor hun klassementen, waarvan eentje haar debuut beleefde. In het kader van gendergelijkheid en waarschijnlijk nog wat andere redenen, had de bond besloten dat niet alleen lichte dames mochten scullen maar ook de lichte heren hier een kans in mochten krijgen. Daarom werd het eerstejaars lichte heren dubbelvierveld in het leven geroepen. Van de zomer werd al duidelijk dat dit eraan zat te komen, en Argo zette, toen de grootte van de selectie duidelijk werd, hier meteen op in door veel te scullen met de roeiers.
En dus stonden op zaterdag 15 februari Félix, Ralf, Douwe en Max met zelfvertrouwen aan hun race. Samen met Casper en stuurvrouw Isabel hadden ze al weken hiernaartoe getraind, want winnen scheen wel leuk te zijn, bleek uit hun avonturen op het NKIR. Echter, een Concept II is wat anders dan een Filippi en dus werd er maar meten even hard gewerkt in de eerste kilometers. Asopos werd al meteen ingehaald en een nieuwe boot zat er al weer aan te komen om in te halen.
Ondanks het gure weer, de golven en de, ging de race dus eigenlijk best wel lekker. Zo lekker, dat een van de roeiers zat te dromen en een snoek sloeg. Maarja je moet het de tegenpartij natuurlijk ook niet té gemakkelijk maken. Desondanks werd alles weer snel opgepakt, kwam er nog een mooie eindsprint uit en brulden de coaches aan de kant dat ze gewonnen hadden.
De roeiers lieten zien dat de ze niet alleen konden kettingtrekken, maar ook zeker een echte boot hard konden laten gaan! In de warme hal van Lijm & Cultuur mochten zij hun welverdiende blikken in ontvangst nemen.
Niet onvermeld mag de prestatie van Isabel blijven. Zij was al vanaf het begin van de selectie actief, trainde vele uren in de boot, maar ook op de kant, en had zich het afgelopen jaar van enorme progressie een waardige stuurvrouw getoond. Tevens was zij gedurende de lockdown erg betrokken bij het oudste gezelschap van de WSR. Dit heeft erin geresulteerd dat de titel “Stuur van het Jaar” van de A.S.G. Tiphys aan haar is toegekend!
Ook niet onvermeld mag de titel “Stuurschoen van het Jaar” blijven, die toegekend is aan Irene Slits van de Middengroep Lichte Dames. De zorg en aandacht die zij aan het materiaal besteed is lang niet bij alle roeiers terug te zien.
Beide dames gefeliciteerd! De onderscheidingen en blikken zijn op de centenpartij van december 2020 uitgereikt. De tweeënhalve NKIR-munten hangen boven de bar en ook de Hylas is weer een klein beetje zwaarder gemaakt. Het zou mooi zijn als dit blikkenaantal vertienvoudigd kan worden in 2021. Een goed jaar gewenst!